top of page

Kinderen in therapie: een uitdrukking van rouw herkennen.



Mike, 11 jaar, vertelt tijdens een sessie over een gebeurtenis op school.

“Vorige maandag was ik aan de beurt om een zelfgekozen gedicht voor te dragen. Ik dacht aan het gedicht (van Werner Storms) dat ik van jou kreeg, weet je wel mama, dat op jouw prikbord hing en dat je voor mij hebt gekopieerd omdat ik het zo mooi vond:

Ik was altijd

Al zo weg van jou

Nu jij de wijde wereld in trok

Sta ik nergens

Jij overal

Mama zei dat ik dat zeker moest doen. Ik was blij om te laten zien dat ik het heel goed kon. Samen met mama heb ik zeker tien keer geoefend, tot ik het van buiten kende. Mama zei dat ik nog meer intonatie moest gebruiken. Je weet wel, intonatie wil zeggen dat je niet op één toon mag praten, want dan wordt het saai voor de andere kinderen in de klas. Ik wilde aan iedereen laten horen hoe goed ik het kon en belde oma op en zei mijn gedicht op door de telefoon. Ze zei: “Dat is echt iets voor jou, jongen. Mooi!”


Maandag ging ik dan naar school. Eerst kwam Joke met een gedichtje van Jip en Janneke. Het ging over een paraplu. Dan was het de beurt aan Natan. Hij had van zijn oma een oud gedichtje geleerd over een naaimachine. Eindelijk was het aan mij. Ik liep vanuit mijn plek naar voor en viel bijna over de boekentas van Dorien. De juf zei: “Mike, haast je een beetje.” Mijn hart bonsde in mijn keel, maar ik kon mijn gedicht goed opzeggen:

Ik was altijd

Al zo weg van jou

Nu jij de wijde wereld in trok

Sta ik nergens

Jij overal

Ik was zo blij dat ik geen enkel woordje vergeten was. Maar dan vroeg de juf: “Wel, is dat alles?” Ik knikte. En dan zei ze iets waardoor ik van binnen heel verdrietig werd: “Mike, hiervoor krijg je maar de helft van de punten, want je hebt het jezelf te gemakkelijk gemaakt. Dit gedicht telt maar twintig woorden. Dat is een gedicht voor een eerste leerjaar, maar toch niet voor het vijfde.”

Vanuit mijn buik voelde ik een bol naar boven schuiven, ik kreeg een krop in mijn keel. Ik probeerde mijn tranen tegen te houden, en met mijn hoofd naar beneden ging ik terug naar mijn stoel. Stig siste me toe: ‘Afgang… kleutergedicht.’

Eindelijk ging de bel.

Op de speelplaats kwam Louise bij mij staan en zei:” Mike, ik vind jouw gedicht heel mooi. Ik krijg er kriebels van in mijn buik en ook een beetje verdriet.”

Louise was nieuw op school, ze praatte nooit veel en stond meestal alleen op de speelplaats. Ik vroeg haar waarom het haar verdrietig maakte en dan zei ze dat haar papa vorig jaar gestorven was. “Toen jij dat gedichtje opzegde, dacht ik aan mijn papa.” Ik heb haar dan verteld dat mijn papa is weggaan in het derde leerjaar en dat ik eigenlijk niet goed weet waarom. Mama zegt dat hij nu in Afrika woont. Ze weet niet of hij terugkomt.”


Kinderen hebben vaak goede redenen om iets te kiezen waarover ze willen vertellen op school. Mike wilde eigenlijk zeggen dat hij zijn vader mist en dat dit erg veel pijn doet. Kinderen drukken rouw vaak uit via een tekst, muziek of een foto. Ze uiten hun pijn dikwijls waar ze die pijn in hun lichaam ook letterlijk voelen. Het is niet gemakkelijk maar erg belangrijk om aandacht te hebben voor hun signalen. Vraag hen naar hun waarom.

Dit is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

87 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page